Kip piri piri met pastasalade, maïs, boontjes en fusilli

Kook de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking. Kook de sperziebonen beetgaar. Laat 2 eetlepels olijfolie heet worden in een koekenpan. Strooi zout, peper en tijm over de kipbraadsticks. Leg de kipbraadsticks in de koekenpan. Bak ze tot de onderkant goudbruin is en keer ze dan om. Snijd de gele paprika in repen en verwijder de zaadjes. Haal de kip uit de koekenpan en houd deze apart. Bak de paprikarepen kort in de olie van de kip. Houd de paprikareepjes vervolgens apart.

Snijd de ui in fijne blokjes en fruit deze aan in dezelfde pan waar eerst de kip en paprika zijn gebakken. Snijd de rode puntpaprika in blokjes. Doe de blokjes paprika bij de ui. Verwijder de zaadjes van de Spaanse peper door deze tussen de handen te rollen. Snijd de Spaanse peper heel fijn en doe deze erbij. Hak de knoflook fijn en voeg ook deze toe. Rasp de schil van een halve citroen en voeg toe. Strooi 2 theelepels paprikapoeder over het groentemengsel en blus het af met de blokjes tomaat. Breng de saus op smaak met een scheutje witte wijnazijn en basilicumblaadjes. Laat het geheel even koken en pureer vervolgens de saus glad. Leg de kippendijen in de saus en laat deze gedurende 30–40 minuten garen in de saus.

Opmaken
Meng de fusilli met de boontjes en maïs. Breng de salade op smaak met wijnazijn, peper, zout, worcestersaus, olijfolie, geraspte schil van een halve citroen en het sap van een halve citroen. Hak de koriander fijn en houd deze apart. Schep de salade op het bord, leg de kip op de salade met een schep saus erbij. Garneer het gerecht met de repen gele paprika en de koriander.