Spaghetti carbonara

Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking.

Breng een pan water aan de kook en zet ook een kom met koud water klaar. Kruis de tomaten in aan de bovenkant. Dompel nu de tomaten onder in het warme  water. Laat ze 30 seconden in deze pan liggen. Schep ze er vervolgens uit en dompel ze onder in het koude water. Nu kunnen de velletjes makkelijk van de tomaten worden gehaald. Snijd de tomaten in partjes en verwijder de zaadlijsten. Snijd de basilicum fijn en voeg dit toe aan de tomaten. Breng het op smaak met peper, zout en een flinke scheut olijfolie.

Giet de spaghetti af en bewaar ca. 50 ml kookvocht. Verhit een wok en bak hierin kort de spekjes. De spekjes niet uitbakken. Ze moeten een beetje zacht blijven. Snijd de bosuitjes en de knoflook fijn. Voeg de knoflook toe aan de spekjes. Giet het kookroom en kookvocht bij de spekjes. Roer dit door. Zet het vuur op de laagste stand. Voeg nu 1 ei toe en roer deze gelijk door de saus, anders gaat het ei stollen en ontstaat er roerei. Het ei zorgt voor binding in de saus. Voeg de bosuitjes toe en roer deze saus door. Voeg de spaghetti toe en roer ook deze door de saus. Rasp de Parmezaanse kaas naar smaak over de spaghetti. Roer ook dit door de spaghetti.

Opmaken

Schep in het midden van het bord de spaghetti carbonara. Dresseer naast de spaghetti een paar partjes tomaat. Leg op het bord een pluk sla en giet er naar smaak dressing overheen. Rasp als laatste nog een beetje Parmezaanse kaas ter garnering over de spaghetti carbonara