Stamppot Boerenkool met rookworst en varkensfilet

Ingrediënten voor 4 perso(o)n(en)

Schil de aardappelen en kook de aardappelen in 20 minuten gaar. Laat de aardappels goed droogstomen na het koken.
Zet de boerenkool op met een klein bodempje water. Leg de slagers rookworst bovenop de boerenkool en laat deze meekoken.
Bak de spekjes krokant uit in een droge koekenpan. Laat ze daarna uitlekken op keukenpapier.
Maak de varkensfiletlapjes droog met keukenpapier. Bestrooi ze met zout en peper naar eigen smaak.
Bak de varkensfiletlapjes in 2 eetlepels vloeibaar bakken en braden rondom goudbruin in de koekenpan.
Haal de varkensfiletlapjes uit de koekenpan. Maak volgens de aanwijzingen op de verpakking van de jus smaakmaker een lekkere jus.
Giet het kookvocht van de boerenkool af en haal hierna de rookworst van de boerenkool.
Schep de uitgestoomde aardappels op de boerenkool en stamp deze door de boerenkool.
Maak de stamppot lekker met melk, een klontje boter en voeg naar smaak mosterd, zout en peper toe.
Roer als laatste de krokante spekjes erdoor.
Dresseer de stamppot op een voorverwarmd bord. Leg de gesneden rookworst en het varkensfiletlapje op de stamppot.